Partyflock
 
Profiel · 427465
Profielafbeelding · ratrat
daders reeds gevonden
Deze gebruiker is al geruime tijd niet meer langsgeweest en staat derhalve op non-actief.
BeroepVertegenwoordiger
Lid sinds27 augustus 2006 13:28
Statusinactief
Laatst hier8 december 2011
Laatste aanpassingdonderdag 8 december 2011 om 14:37
Waarschuwing!

De waarheid uit een kindermond

Een agent op een paard staat aan een rood licht. Naast hem staat
een kleine jongen op zijn fietsje. De agent kijkt naar beneden en zegt:
"mooi fietsje heb je daar heb je dat van Sinterklaas gekregen?" Het
ventje knikt.
"Wil je dan de volgende keer aan Sinterklaas vragen of hij er een
achterlicht opzet", zegt de agent.

Het jongentje kijkt naar het paard en zegt:
"mooi paard, zeker ook van Sinterklaas gekregen."
"Ja manneke", zegt de agent.
"wil je dan volgende keer vragen aan de Sint of hij de lul eronder
hangt en niet erboven op zet"...

oke let op he...

Er was eens een arme houthakker die Parihuana heette.Hij had een hele bazige vrouw die Marihuana heette. Ze hadden twee kinderen, die waren als Hasj en Wietje gedoped. Wietje speelde met haar barbituurtjes en Hasj speelde met zijn hondje Stuffie en zijn kat Morfientje. Marihuana zei: "We moeten iets doen". Parihuana snoof eens diep, maar wist niets meer te zeggen. Ze hadden namelijk weer eens niets te eten. Marihuana bedacht een boos plan. Ze zouden met ze vieren een tripje in het bos gaan maken en daar zouden ze Hasj en Wietje dan achterlaten. Maar de slimme Hasj had alles gehoord en stak een mesje in zijn broekzak. De volgende dag gingen ze het tripje in het bos maken waar de wind door de bomen blowde dat ze er zo high van waren. 's middags deden Hasj en Wietje een dutje ondertussen gingen hun ouders er stilletjes vandoor. Hasj had echter stiekem lijntjes in de sneeuw getrokken, dus konden ze de weg naar het dorp makkelijk terugvinden. Ze durfden echter niet naar huis te gaan dus gingen ze naar Opium en Omium. Deze zaten op hun canabee naar de LSD-speler te luisteren waaruit de hit klonk: "Altijd rookt Kortiakje wiet. Middenin de week maar 's zondags niet. 's zondags rookt zij heroine , met een snuifje cocaine Altijd rookt Kortiakje wiet. Midden in de week maar 's zondags niet". Toen Opium en Omium de kinderen zagen begroetten ze hen uitbundig. "High!" riepen Opium en Omium en "high!" riepen Hasj en Wietje. Ze kregen meteen een cracker aangeboden. "Hebben jullie honger?" vroeg Opium. "Jaaa" riepen Hash en Wietje. "Laten we gaan chinezen" riepen ze. "Goed" zei Omium, "ik coke wel". De volgende dag werden Hasj en Wietje weer naar huis gebracht. Parihuana was blij maar Marihuana niet. Toen ze weer een tripje in het bos gingen maken, lette Marihuana extra goed op, zodat Hasj geen kans zag om lijntjes te trekken. Toen ze weer achterbleven, waren ze echt verdwaald. Maar toen zagen ze een vogeltje en dat floot "wiede-wiede-wiet". Ze volgden het vogeltje en kwamen bij een huis dat helemaal van coke was gemaakt. Zoveel coke hadden ze nog nooit gezien. Ze begonnen meteen te snuiven, maar terwijl ze zo heerlijk snoven, werden ze bespeed door de boze H-XTC, die in het huisje woonde. Hasj en Wietje hoorden een kraakstem: "Sniffel, snaffel, snuifje, wie snuift er aan mijn huisje?" "Het is de wind, de wind, het highe kind" riepen Hasj en Wietje in koor. Dit herhaalde zich een paar maal. Maar toen kreeg de H-XTC argwaan. Ze kwam naar buiten en zei met een heel lief stemmetje: "kom maar mee naar binnen, daar heb ik hele lekkere spacecake voor jullie". ....Eigenlijk had de boze H-XTC maar al te veel zin in die Hasj en Wietje. Na een tijdje zaten Hash en Wietje helemaal uitgeteld en stoned bij de H-XTC aan tafel. Nu wilde de boze H-XTC Wietje gaan drogen in haar drooghok en Hasj samenpersen om hem vervolgens in blokjes te snijden. Nu konden ze niet meer ontkomen. "Hennep" riep Hasj. "Hennep" riep Wietje. Ze waren bang om opgerookt te worden. Wietje moest gaan kijken of de kolen in het drooghok al heet genoeg waren. Ze zei tegen de H-XTC dat ze het niet goed kon zien. De H-XTC ging nu zelf kijken en Wietje duwde de H-XTC in het drooghok en deed de deur dicht. De H-XTC begon te schreeuwen; "hennep, hennep". Al gauw bleef er niets anders over dan een groen hoopje sissende blubber. Wietje haalde Hasj en ze waren heel erg blij. Ze doorzochten het huisje en namen zoveel mogelijk drugs mee als ze maar dragen konden. Hun zakken puilden uit van heroine, cocaine, methadon, hasj, wiet, coke en vooral XTC. Ze staken het huisje achter zich in brand. "Crack" zei het huisje. Ze gingen met speed naar huis. Het wiedewiedewiet-vogeltje wees hun de weg. Onderweg kwamen ze Rookkapje en Sneeuwwietje tegen. Toen ze thuis kwamen was Parihuana heel blij. Marihuana was aan een overdosis crackers gestorven. En ze leefden nog high en overhappy..
** The End **

Illegale drugs:
opiaten
opwekkende
hasjiesj en
marihuana,
middelen
en
‘Verslaving’ is waarschijnlijk het beste woord om het gevoel
van verloren zijn, dat in onze hedendaagse maatschappij zo
vaak voorkomt, duidelijk te maken. Door onze verslaving
klampen we ons vast aan dingen die we beschouwen als
middelen tot zelfontplooiing: rijkdom en macht , status en
aanzien, overvloedige consumptie, eten en drinken, seksueel
genot waarbij het eerder gaat om lust dan om liefde. We
verwachten van deze dingen dat zij onze diepste behoeften
zullen bevredigen, maar dat kunnen ze nooit. Zolang we
echter in deze waan leven, zijn we verslaafd en dolen we
rond in ‘het verre land’, op zoek naar iets wat daar nooit te
vinden zal zijn. Wij krijgen een eindeloze reeks teleurstellingen
te verwerken en ons verlangen naar zelfontplooiing
blijft onvervuld. In deze tijd, waarin het aantal verslavingen
steeds toeneemt, zijn we ver afgedwaald van ons vaderhuis.
Leven in een ‘ver land’, dat is leven als een slaaf van de dingen
van de wereld, met altijd die innerlijke hunkering naar
vrijheid.
Uit: Henri Nouwen, Eindelijk Thuis
In deze katern behandelen we hasjiesj en marihuana, heroïne en
cocaïne. Wat zijn de effecten op korte en lange termijn als iemand
deze middelen gebruikt. En hoeveel mensen doen dat in Nederland?
Hasjiesj en marihuana
Het gebruik van hasjiesj en marihuana door jongeren heeft met
name de laatste tien jaar in Nederland een grote vlucht genomen.
‘Softdrugs’, zoals deze producten worden genoemd, worden door
jongeren gezien als relatief onschuldige, ‘softe’ genotmiddelen. Het
drinken van alcohol is schadelijker, zo stellen zij vaak. En is cannabis
immers geen natuurproduct? Dus waar zouden we ons druk over
maken. De jongeren worden in deze denkwijze nog wel eens bijgevallen
door bepaalde deskundigen die pleiten voor een veel vrijere
2
omgang met softdrugs. Maar er kunnen wel wat kanttekeningen
gemaakt worden bij hun opvattingen.
Herkomst
Laten we eerst kijken waar de softdrugs vandaan komen. Grondstof
voor softdrugs vormt de hennepplant. De Latijnse naam van de hennepplant
is Cannabis Sativa. Hasjiesj en marihuana worden daarom
ook wel met cannabis aangeduid. Naast de legale teelt van deze
plant (bijvoorbeeld voor de productie van touw en zangzaad), is er
de laatste jaren een enorm leger aan thuiskwekers van de
Nederlandse variant van cannabis, de Nederwiet, opgekomen. Illegaal
natuurlijk, maar zo moeilijk is het nu ook weer niet om op je slaapkamer
wat plantjes te kweken... Wanneer de hars van de vrouwelijke
plant wordt verzameld en geperst, ontstaat hasjiesj. Dat wordt
vervolgens in kleinere of grotere plakjes op de markt aangeboden.
Hasjiesj wordt ook wel hasj of stuff genoemd en ziet eruit als een
bouillonblokje. Marihuana of weed (wiet) bestaat uit de gedroogde
toppen van de vrouwelijke hennepplant. Het is een mengseltje dat
bestaat uit kleine takjes, blaadjes en zaadjes (1). In cannabis zitten
ongeveer 400 chemische stoffen. Het bevat meer dan zestig zogenaamde
cannabinoïden, waarvan de meest bekende en meest werkzame
delta-9-tetrahydrocannabinol, of kortweg THC, is. Het THCgehalte
- en daarmee de uitwerking die cannabis kan hebben op de
gebruiker - kan nogal variëren (2).
Gebruik
Je kunt hasjiesj en marihuana op verschillende manieren gebruiken.
Het wordt soms gerookt in een speciale pijp maar meestal in een
shaggie, dat dan een stickie of joint wordt genoemd.
Hoewel deze begrippen langzamerhand hun oorspronkelijke betekenis
verliezen, kun je zeggen dat een stickie klein is en bedoeld voor
eigen gebruik en dat een joint groot is en wordt gedeeld met anderen.
Het komt ook voor dat hasjiesj wordt verwerkt in bakproducten.
Spacecake en hasjtruffels zijn daar voorbeelden van. Cannabis
3
wordt verkocht onder exotische namen die vaak verwijzen naar het
land van herkomst. Voorbeelden daarvan zijn Schimmel Afghaan
(Afghanistan), Zwarte Paak (Pakistan) en Gele Liep (Libanon). In
Nederland wordt door cannabis-consumenten echter voornamelijk
de ‘eigen’ Nederwiet gekocht.
Effecten
De werking van cannabis is per persoon verschillend. De effecten
zijn namelijk niet alleen afhankelijk van de eigenschappen van het
middel zelf (hier: cannabis), maar ook met de eigenschappen van de
gebruiker en de omgeving waarin het wordt gebruikt. Hasjiesj en
marihuana zijn drugs en - zoals we zagen in hoofdstuk één - definiëren
we drugs als middelen die een invloed hebben op het bewustzijn
en d rom gebruikt worden. Dat geldt onverkort ook voor cannabis.
Bij roken werkt cannabis binnen enkele minuten. Na twee tot
vier uur verdwijnt langzamerhand de roes (3). Cannabis heeft een
licht kalmerend effect. Muziek wordt intenser ervaren en in kunstvoorwerpen
worden dingen gezien die anders nooit zouden zijn
waargenomen. Situaties die in zichzelf doodnormaal zijn, worden
zeer grappig gevonden. Zo’n giechel- of lachaanval wordt lachkick
genoemd. Omdat de hoeveelheid suiker in het bloed daalt, krijgt de
cannabisgebruiker behoefte aan eten, vooral zoetigheid. Deze zucht
naar eten wordt wel vreetkick genoemd. Verder worden de ogen
rood en gaan ze een beetje tranen. De mond wordt droog. De
benen voelen zwaar aan.
“Mijn eerste blowtje was het helemaal. Ik was weg. Het
was anders dan in die saaie rot wereld waar ik in leefde.
Dat was een wereld die me alleen maar verplichtingen
oplegde waar ik niet aan kon voldoen. Ik wilde dat ook niet.
Ik was heel negatief. Overal had ik commentaar op. Mijn
ouders hebben altijd geprobeerd om door gesprekken achter
beweegredenen van mijn gedrag te komen. Ik was een
4
gesloten boek, ik sprak niet met mijn ouders. Ik dacht dat
ze het toch niet zouden begrijpen.”
Sander, ex-cannabisverslaafde
Dit zijn grofweg geschetst de gevolgen van het gebruik bij de gunstige
voorwaarden dat de gebruiker evenwichtig is en geen problemen
heeft. De omgeving moet ideaal zijn en niet bedreigend. Als mensen
echter cannabis gebruiken om aan de werkelijkheid en de problemen
te ontsnappen werkt het óf niet óf zelfs tegengesteld.
Onderliggende problemen kunnen vergroot aan de oppervlakte
komen, angsten kunnen onbeheersbaar worden en onzekerheid kan
omslaan in ziekelijke achterdocht (paranoia). Dit versterkende effect
van cannabis verklaart waarom veel mensen na een eerste kennismaking
besluiten het middel voorgoed te laten voor wat het is.
Anderen worden na de eerste keer blowen zo ontzettend misselijk,
dat ze het de volgende keer wel laten.
Gevaren
Men heeft in Nederland heel lang gedacht dat hasjiesj en marihuana
relatief ongevaarlijke genotmiddelen waren. In de jaren zeventig
werd daarom door de overheid een onderscheid gemaakt tussen
drugs met een aanvaardbaar risico (‘softdrugs’: hasjiesj en marihuana)
en drugs met een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid
(‘harddrugs’: heroïne, cocaïne etcetera). Dit onderscheid werd in de
Opiumwet van 1976 nog eens formeel vastgelegd en geldt tot op
heden als een van de grondslagen van het Nederlands drugsbeleid.
De regering redeneerde in de jaren zeventig dat softdrugs als hasjiesj
en marihuana niet verslavend waren en ook niet schadelijker
voor de gezondheid dan bij voorbeeld alcohol. Door het cannabisgebruik
en de kleinhandel niet meer streng te vervolgen, hoopte
men cannabis uit het misdadige milieu van de handel in en het
gebruik van harddrugs te halen. Handel in harddrugs, vond de regering,
moet wèl streng worden aangepakt. Harddrugs zijn vaak zeer
giftig, soms zelfs dodelijk en bovendien veel meer verslavend.
5
Het tij lijkt echter een klein beetje te keren. Als iemand vandaag de
dag beweert dat cannabis ook (zeer) negatieve kanten heeft, wordt
dit niet direct als moraliserend aan de kant geschoven. De praktijk
leert namelijk dat hasjiesj en marihuana eveneens schadelijk zijn
voor de gezondheid en bovendien tot geestelijke afhankelijkheid
kunnen leiden, net als bij harddrugs. Het langdurig roken van hasjiesj
en marihuana veroorzaakt opeenhoping van fijn afvalmateriaal in de
bovenste luchtwegen wat tot een chronische bronchitis kan leiden.
De zogenaamde vitale capaciteit van de longen (de hoeveelheid
lucht die kan worden ingeademd) wordt kleiner. Na een joint
neemt de vitale capaciteit van de longen net zo veel af als na het
roken van zestien sigaretten! Verder zijn in de rook van cannabis,
net als in de rook van tabak, kankerverwekkende stoffen maar wel
in hogere mate. Onderzoekers schatten dat bij de verbranding van
cannabis ongeveer vier tot zes keer zoveel kankerverwekkende
stoffen vrij komen. De afweersystemen in de longen tegen bacteriën
zijn na het roken van cannabis minder werkzaam. Er zijn aanwijzingen
dat de vruchtbaarheid van mannen en vrouwen minder wordt
als gevolg van langdurig cannabisgebruik. Ook blijkt uit onderzoek
dat lichaamscellen van rokers van marihuana ernstige beperkingen
hebben waar het gaat om hun vermogen bacteriën en tumorcellen
te doden. Overigens, de hoeveelheid teer en het niveau van carbonmonoxide
bij rokers van marihuana is drie tot vijf keer zo groot als
bij tabak-rokers. Dit kan te maken hebben met het feit dat marihuana-
gebruikers veel dieper inhaleren en de rook langer vasthouden
in hun longen. Frequent cannabisgebruik kan de hormoonhuishouding
van zowel mannen als vrouwen negatief aantasten, het kan de
aanvang van de puberteit vertragen en heeft bij mannen een negatieve
uitwerking op de sperma-productie. Bij vrouwen kan de menstruatie-
cyclus en de ei-sprong verstoord worden.
Cannabis kan het bewustzijn zodanig veranderen zodat de gebruiker
waandenkbeelden krijgt (4). Het gebruik van hasjiesj en marihuana
kan onderliggende psychiatrische problemen vergroten, waardoor
6
zogenaamde psychosen kunnen ontstaan. Bij een psychose wordt de
lijder angstig en haalt hij zich allerlei dingen in het hoofd die niet in
overeenstemming zijn met de (door anderen ervaren) realiteit. Een
acute cannabispsychose duurt hooguit enige uren.
“Ik werkte op een kantoor in de stad en in de middagpauze
ging ik dan naar de coffeeshop. Kocht ik een voorgedraaide
joint of een stukje stuff voor een geeltje. Dan
maakte ik een blow, dat was wel lekker. Maar als ik dan
terug was op kantoor kon ik me echt niet meer concentreren.
En ik werd achterdochtig, dacht dat iedereen aan me
kon zien dat ik geblowd had. En het werk interesseerde me
ook niet meer. Ik werd heel erg duf en melig. Na een paar
maanden rookte ik van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat.
Ik moest altijd wat in huis hebben. Ik verloor m’n interesse
in dingen die ik eigenlijk heel leuk vond. Ik begon me te vervelen.
Begon te dagdromen. Als ik geen stuff meer had voelde
ik me beroerd. Ik gaf er al mijn geld aan uit. Ik ben er
mee gestopt maar dat heeft wel moeite gekost. Hasjiesj is
verslavend. Mij maken ze niks meer wijs.”
Eric, ex-hasjroker
Sommige jongeren experimenteren een of twee keer met cannabis
en houden het daarna voor gezien. Ook komt het voor dat iemand
zo nu en dan een stickie rookt. De laatste jaren echter zien we een
duidelijke toename van het aantal jongeren dat met cannabis experimenteert
en er daarna mee dóórgaat. Is dat al verontrustend, nog
verontrustender is het dat de gemiddelde leeftijd waarop door jongeren
wordt begonnen met het gebruik van cannabis steeds lager
wordt. Juist in de cruciale leeftijdsfase van de pubertijd, de groei van
kind naar volwassene, is het gebruik van bewustzijnsveranderende
middelen niet vrijblijvend!
“Ik was dertien toen een klasgenoot me vroeg of ik weleens
7
geblowd had. ‘Natuurlijk’, antwoordde ik heel stoer. Dat
was helemaal niet waar, maar ik rookte wel sinds mijn tiende.
Hij gaf me toen een blowtje. Ik merkte er weinig van. Ik
voelde me alleen een beetje moe en liep niet meer zo vast
op de weg. Eigenlijk vond ik het niet lekker, maar dat gaf ik
natuurlijk niet toe. Na een tijdje werd het blowen echt leuk;
ik lag af en toe dubbel van het lachen en beleefde alles
heel heftig. Het gaf me een soort kracht.”
Sander, ex-cannabisverslaafde
Jongerenwerkers, docenten en ouders zien meer en meer jongeren
die niet meer vooruit te branden zijn. Jongeren met dalende schoolprestaties,
die veel spijbelen, een beetje verveeld rondhangen en
met geen mogelijkheid tot enige activiteit te prikkelen zijn. En ze
draaien een jointje (5).
“Ik kon hele dagen op een bankje zitten en voor me uit staren,
met een blowtje erbij. De eenzaamheid die ik van binnen
voelde, werd ook zichtbaar naar buiten. Ik trok me
terug en was behoorlijk zwaarmoedig.” Af en toe probeert
hij te stoppen, maar wordt dan agressief, heeft het warm
en koud tegelijk en voelt zich rot. “Heel lang heb ik gedacht
dat blowen niet verslavend was en dat ik geen probleem
had. Maar ondertussen had ik het spul gewoon nodig om te
zijn wie ik dacht dat ik was.”
Sander, ex-cannabisverslaafde
Het huidige cannabisgebruik heeft eigenlijk niets meer te maken met
het hippie-streven van de jaren zestig: peace, love and understanding.
Cannabis wordt door jongeren gerekend tot de categorie genotmiddelen
waarin ook tabak en alcohol zich bevinden.
“Het was voor mij een leuke, onschuldige tijd toen ik hasjiesj
rookte. Dat was aan het einde van de jaren zestig. Ik
8
voelde me wel aangetrokken tot de jongens die hasj rookten.
Dat waren tenminste niet van die alledaagse figuren.
Daar wilde ik gewoon bij horen. We zetten ons af tegen
het saaie en bezadigde burgerdom. Dat brave gedoe. We
voelden ons ook geen drop outs, maar een soort intellectuele
elite. Ver verheven boven de domme rest. Er werd ook
veel gelachen, veel gepraat. Tegenwoordig weten die neohippies
helemaal niet meer waarom ze blowen. Ze hebben
geen idealen meer, ze willen alleen nog maar stoned zijn.
Het heeft geen sfeer meer, geen inhoud.”
Carla, ex-gebruikster
Langdurig gebruik van cannabis kan de persoonlijkheid van de
gebruiker nadelig beïnvloeden. De persoonsverandering kan soms
dramatisch zijn. Sommige jongeren veranderen in veeleisende
dwarsliggers die graag anderen de schuld geven van hun onvrede en
onder invloed van cannabis in alle toonaarden ontkennen dat ze een
probleem hebben. Anderen kruipen weg in hun eigen wereldje en
worden neerslachtig, lusteloos en vooral onbereikbaar. Het is moeilijk
vast te stellen in hoeverre cannabisgebruik daaraan schuldig is,
maar dat het zijn steentje bijdraagt, dat staat wel vast.
“Het is verbazingwekkend te constateren hoe gek je kunt
worden van weed of hasj. De patiënten zijn achterdochtig,
verward, agressief, extreem angstig, stellen zich dreigend
op. Ik schat dat vijf procent, misschien iets meer, van alle
inbewaringstellingen in ons ziekenhuis uitsluitend het gevolg
is van cannabisgebruik. Ongeveer het dubbele aantal wordt
hier opgenomen vanwege door cannabis uitgelokte psychotische
verschijnselen, maar kan binnen drie dagen weer naar
huis. Tijdens mijn studie in de jaren zeventig heb ik altijd
gehoord dat cannabis even verslavend was als snoep. Als je
als modern, ruimdenkend psychiater wilt waarschuwen voor
de gevaren van hasj, word je toch al gauw met de EO geas-
9
socieerd. Het past niet in de ideologie.”
H. Kramer, psychiater
Sociale gevaren
Cannabis kan overigens ook de agressie versterken. Het is bekend
dat sommige vandalen onder de voetbalsupporters voor de wedstrijd
een blowtje roken en een pilsje drinken om in de juiste stemming
te komen voor de confrontatie met de supporters van de
tegenpartij, die zich ongetwijfeld op dezelfde manier voorbereiden.
Hierbij moet worden opgemerkt dat cannabis en alcohol elkaar
onderling versterken wat hun werking betreft.
“Ik werd van blowen heus niet ineens passief, maar had wel
alleen nog maar zin om op dat basketbalveldje rond te hangen.
Ik raakte ook opgesloten in mijn eigen gedachtenwereldje.
Constant was ik er in mijn gedachten mee bezig hoe
ik iemand neer kon slaan. Op een dag ramde ik ook letterlijk
iemand op die manier in elkaar. Aan het eind van dat
gevecht leek het even net of die jongen verlamd was. Daar
ben ik flink van geschrokken. Het is wel weer goed gekomen
met die jongen, maar het was voor mij het punt om te
besluiten niet meer te vechten. Een volgende keer zou het
misschien echt verkeerd aflopen.”
Sander, ex-cannabisverslaafde
Het gebruik van cannabis terwijl men nog moet deelnemen aan het
verkeer, is zeker af te raden. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt
dat het beoordelingsvermogen van de cannabisgebruiker vermindert.
Verder heeft men een verband gevonden tussen de hoeveelheid
THC en het rijgedrag. Wel is het zo dat de cannabisgebruiker
zijn rijgedrag aanpast en voorzichtiger wordt, waarmee de negatieve
effecten voor een gedeelte worden opgeheven. Uit verkeersongevallen
blijkt dat naast alcohol ook cannabisgebruik regelmatig een
rol heeft gespeeld. Het gebruik van cannabis kan daarnaast een
10
negatieve invloed hebben op de arbeidsprestaties. Hoe complexer
de opdrachten, hoe slechter de cannabisgebruiker die uitvoert. Uit
Amerikaans onderzoek blijkt tevens dat cannabisgebruikers 55 procent
vaker industriële of bedrijfsongevallen veroorzaken en 85 procent
vaker afwezig zijn wegens ziekteverzuim.
Verslaafd aan cannabis?
Dat je verslaafd zou kunnen raken aan cannabis, wordt nog altijd
door velen (niet in de laatste plaats de gebruikers zelf) hartgrondig
ontkend. Maar de feiten wijzen anders uit. Uit Amerikaans onderzoek
blijkt dat de progressie van het eerste cannabisgebruik naar
regelmatig cannabisgebruik net zo snel ging als bij tabakgebruik en
zelfs veel sneller dan alcoholgebruik. De verslavingshulpverlening
heeft in toenemende mate te maken met personen, vooral jongeren,
die om hulp aankloppen puur en alleen vanwege hun cannabisgebruik.
Ze klagen over ontwenningsverschijnselen bij het stoppen
met marihuanagebruik zoals geïrriteerdheid, angst en onzekerheid
over hun gezondheid en over relaties. Ook geven ze aan dat het
gebruik van marihuana een negatieve invloed heeft op hun rijgedrag,
schoolprestaties, werk en het gezinsleven. Verslaving aan cannabis?
Dat is zeker mogelijk.
Van soft naar hard?
Het is niet zo dat cannabisgebruik automatisch leidt tot harddrugsgebruik,
zoals de door velen verguisde steppingstonetheorie beweert.
Wel blijkt dat meer dan negentig procent van de harddruggebruikers
zijn begonnen met softdrugs. Ook blijkt uit recent internationaal
onderzoek door Spaanse en Amerikaanse wetenschappers dat
cannabis dezelfde afkickverschijnselen kan veroorzaken als bij
gebruik van heroïne, alcohol of nicotine. De onderzoekers stellen
dat de middelen dezelfde reactie in de hersenen teweegbrengen als
harddrugs. Zij schrijven dit toe aan het actieve ingrediënt van marihuana,
THC, dat verdovend, kalmerend en hallucinerend werkt. Bij
proefdieren veroorzaakte marihuana dezelfde dopaminegolf
11
(genoegdoening, roes) als bij heroïne. Tevens werden grote hoeveelheden
van de stof CRF aangetroffen, veroorzaker van de ontwenningsverschijnselen.
Italiaanse wetenschappers schrijven bovendien
op grond van een ander onderzoek, dat de overeenkomsten
tussen THC en heroïne een biologische basis bieden voor de theorie
dat het gebruik van marihuana soms een voorstation van heroïneverslaving
is. De hersenen zouden wel eens, zo stellen zij, al vast
‘lekkergemaakt’ door de marihuana, naar echte heroïne kunnen verlangen’.
Degenen die de steppingstonetheorie verguizen, vergeten
bovendien vaak dat cannabisgebruik wel degelijk de drempel naar
gebruik van andere (soms veel zwaardere) drugs verlaagt. In het
huidige uitgaansleven blijken jongeren zich in hun middelengebruik
niet meer te beperken tot cannabis. Op het menu staan inmiddels
ook XTC, speed, cocaïne en paddo’s.
Medische marihuana
Recent zijn de mogelijk medische kwaliteiten van cannabis nogal in
de belangstelling. Het gebruik van cannabis zou heilzaam werken bij
diegenen die kanker hebben en chemotherapie moeten ondergaan.
Marihuana zou hierbij de misselijkheid als gevolg van die chemotherapie
onderdrukken. Ook zou marihuana heilzaam zijn bij Aids, de
oogziekte glaucoom en verder bij zeer uiteenlopende ziekten als
epilepsie, multiple sclerose, migraine, chronische pijn, jeuk, depressie,
menstruatiekrampen, astma en dergelijke. Een wondermiddel
dus? Een commissie van de Nederlandse Gezondheidsraad adviseerde
in 1997 negatief aan minister Borst van Volksgezondheid over
‘medische marihuana’. Borst had in augustus 1996 de
Gezondheidsraad gevraagd “op basis van internationaal literatuuronderzoek
te informeren over de stand van de wetenschap met
betrekking tot de geneeskundige toepassing van marihuana”. De
commissie die de literatuur van de afgelopen 25 jaar bestudeerde,
kwam tot de conclusie “dat er onvoldoende feiten zijn die geneeskundig
gebruik van marihuana en cannabinoïden rechtvaardigen”.
Artsen kunnen volgens de commissie ook geen verantwoordelijk-
12
heid nemen voor een product zonder kwaliteitscontrole en van
onbekende samenstelling. Dit geldt niet alleen voor het roken van
marihuana maar ook voor andere consumptiewijzen, zoals in thee.
Het kan natuurlijk zijn dat na wetenschappelijk onderzoek blijkt dat
bij bepaalde ziekten een bepaalde vorm van marihuana wel effectief
is. Overigens, er is een vorm van THC als medicijn beschikbaar in
de vorm van Marinol, een gezuiverde vorm. Ondanks de
verkrijgbaarheid hiervan, wordt het maar op beperkte schaal gebruikt
omdat het in het algemeen niet werkt. Wil marihuana als
medicijn erkend worden, dan zal de weg van elk geneesmiddel
bewandeld moeten worden en dat is een langdurige weg. Er gelden
in Nederland strikte richtlijnen wat als medicijn gekwalificeerd mag
worden en aan welke veiligheids- en werkzaamheid-standaarden de
stof dient te beantwoorden. Nu zijn de voorstanders van medische
marihuana vrijwel allemaal te vinden in het kamp van degenen die
ook het recreatieve gebruik van marihuana bepleiten. De kwestie
medische marihuana wordt echter niet bepaald door voor- of
tegenstanders van marihuanagebruik maar op basis van medischinhoudelijke
gronden. Een farmacoloog zei hierover: “We moeten
het roken van een ruwe stof als marihuana niet steunen net zo min
als we het roken van tabak zouden aanraden om angst te verminderen
en voor gewichtscontrole.”
Opiaten
“Heroin, it’s my wife and it’s my life, because a mainer to my vein leads
to a center in my head. And then I’m better off and dead...” (6) zong de
bekende popzanger Lou Reed jaren geleden over de geneugten van
heroïne. Velen in Nederland en daarbuiten zeggen hem dat niet na.
Hoewel verslaving aan heroïne in Nederland op de terugtocht lijkt -
overigens in tegenstelling tot andere landen in de wereld - zijn er in
Nederland toch nog vele duizenden aan heroïne verslaafd. Heroïne
hoort tot de zogenaamde opiaten. Opiaten worden in de geneeskunde
gerekend tot de pijnstillende en bewustzijnsverlagende mid-
13
delen. Het zijn stoffen die het bewustzijn en de emoties dempen.
We onderscheiden natuurlijke opiaten, zoals opium, half-synthetische
opiaten als morfine en heroïne en synthetische opiaten als palfium
en methadon.
Inleiding
Onder de bewustzijnsverlagende middelen neemt opium een vooraanstaande
plaats in (7). Opium wordt onttrokken aan de onrijpe
zaadbol van de Papaverplant, de Papaver Somniferum. Met een mesje
worden overlangs inkepingen gemaakt waarna uit de openingen een
melkachtige vloeistof druppelt. De druppels drogen op en verkleuren
bruin. Met een mesje wordt het goedje van de zaadbol
geschrapt en verzameld: de ruwe opium. In dit ruwe opium zitten al
de werkzame stoffen, de opiaten (8). In de vorige eeuw werden
enige werkzame stoffen uit de opium geïsoleerd. Zo ontstond morfine
en heroïne. In het begin van deze eeuw werd een nieuw opiaat
ontdekt. Duitsers zochten naar vervangingen van stoffen die nodig
waren voor de productie van strategische fabrikaten, zoals benzine,
rubber en morfine. Zo werd in de laboratoria een zuiver synthetisch
opiaat ontwikkeld dat morfine als pijnstiller moest vervangen:
methadon.
Morfine
Morfine werd in 1803 ontdekt. Het middel werd snel populair als
effectieve pijnstiller. Tijdens de Amerikaanse burgeroorlog werden
vele gewonden in het veldhospitaal met morfine behandeld en raakten
daaraan vervolgens (lichamelijk) verslaafd. Toen de oorlog afgelopen
was, telde de Verenigde Staten talloze zogenaamde
morfinisten, morfineverslaafden. Morfineverslaving of morfinisme
komt nog steeds voor, hoewel het bijna nooit in de openbaarheid
komt. Mensen met veel pijn aandoeningen, bijvoorbeeld als gevolg
van brandwonden, worden vaak behandeld met morfine. Als dan de
pijnbehandeling wordt gestaakt, kan de patiënt een sterke zucht
houden naar morfine. Op de illegale markt wordt zo nu en dan
14
morfine aangeboden die afkomstig is van inbraken bij artsen en apothekers.
Verslaving vindt men soms onder artsen, verplegers en
apothekers, omdat deze groep beroepshalve toegang heeft tot de
gifkast.
Heroïne
Begin jaren zeventig werd de Nederlandse drugsmarkt overspoeld
met goedkope Chinese heroïne. De Nederlandse drugsscene moest
even aan het idee wennen maar stapte uiteindelijk toch massaal
over van de opium en de speed op heroïne.
“Vóór 1972 was er in Limburg geen korrel horse te krijgen.
Niet dat ik weet in ieder geval. De scene rookte ‘n jointje,
nam af en toe wat speed of acid, spuiten deed vrijwel niemand
en behalve af en toe een flinke vechtpartij ging het er
heel relaxed aan toe. Ik bedoel, je gebruikte met elkaar en
je kon nog je beurs op tafel laten liggen zonder dat die
meteen geklauwd werd. We hadden ook geen echte zorgen.
We waren alleen ziek van het materialisme en het
gehuichel. Een soort romantische helden, zo voelden we
ons. We hadden onze idealen. Toen kwam ineens de horse
in de scene. Ik weet ook niet waar die pusher vandaan
kwam, maar hij was er elke dag, in het café waar we kwamen.
Het ging met scheppen tegelijk. Het kon niet op.
Ongelooflijke bergen “china” voor een geeltje of zo. Totdat
de hele stuff- en pepscene zo hooked was als een balletje
natuurlijk. Binnen een paar maanden lag iedereen op z’n
gat. Het is eigenlijk nooit meer leuk geweest daarna.”
Roel, druggebruiker.
Streng politieoptreden onder druk van de Amerikanen en onderlinge
machtsstrijd maakte een einde aan het Chinese avontuur waarna
de Turken hun opwachting maakten. De Turkse voorstelling werd
een daverend succes, niet in de laatste plaats omdat de heroïne die
15
ze verkochten soms voor negentig procent zuiver was. De Turkse
(heroïne nummer 4) wordt door Turken verhandeld, maar komt in
feite uit Afghanistan en Pakistan. Ze wordt nog steeds op de
Nederlandse markt aangetroffen. De Chinese heroïne was duur en
onzuiver (tien tot dertig procent zuiver). Zij werd vaak aangeboden
in korrels, de zogenaamde rocks. De kleur was grijs/bruin en soms
rose (pink china). De Turkse heroïne is donkerder, een stuk zuiverder
(veertig tot negentig procent zuiver) en goedkoper. De Turkse
kan alleen worden gespoten als zij eerst gekookt wordt in een
mengsel van water en citroenzuur. Zonder citroenzuur lost ze niet
op.
Rituelen en effecten
Het gebruik van heroïne in Nederland neemt duidelijk af en de
gemiddelde leeftijd van de heroïnegebruiker neemt toe. Ook het
spuiten van heroïne neemt af. Heroïnegebruik wordt verbonden met
een ‘losers’-imago. Toch kent Nederland nog altijd zo’n 25.000 verslaafden
aan heroïne. Heroïne (diacetylmorfine), ook wel horse,
smack of bruin genoemd, wordt op straat aangeboden in poedervorm
met een kleur die varieert van grijs tot bruin. De heroïne
wordt op straat los verhandeld of verpakt in kleine balletjes plastic
met een gemiddeld gewicht van 1/10 of 1/4 gram waar dan vijfentwintig
en vijftig gulden voor betaald moet worden. Een gram heroïne
kost tegenwoordig ongeveer 75 gulden. Een junkie gebruikt de
ene dag veel en de andere dag weinig of niks. Zijn gebruik hangt af
van het geld waarover hij beschikt. De meeste junkies kunnen toekomen
met een kwart of een halve gram per dag, maar zij gebruiken
over het algemeen zoveel als zij maar krijgen kunnen.
Heroïne kan gesnoven, gerookt of gespoten worden. De laatste tijd
is het chinezen populair: de heroïne wordt op een zilverpapiertje
gelegd en verhit zodat olie ontstaat. Bij verdere verhitting van de
olie komt rook vrij die door een buisje wordt ingeademd. Chasing
the dragon, het jagen van de draak, wordt dat genoemd. Daar word
je de eerste keer doodziek van, maar als je er aan gewend bent,
16
word je stoned. Iemand die stoned is, is herkenbaar aan de vernauwde
pupillen (speldekoppen), de eigenaardige kille blik en een slap
gezicht met naar beneden getrokken mondhoeken. Van spuiten
direct in de aderen word je ook stoned maar eerst krijg je een
geweldige rush. Een rush of flash is het sensationele gevoel dat een
beginnend gebruiker krijgt nadat hij heroïne gespoten heeft. De verslaafde
gebruiker waardeert de flash omdat de ontwenningsverschijnselen
dan onmiddellijk en totaal plaats maken voor de pijnstillende
werking. Heroïne geeft een algemeen gevoel van welbehagen en
onverschilligheid. Pijn, verdriet en angst worden niet meer gevoeld.
“De eerste keer dat ik heroïne gebruikte, herinner ik me
nog goed. In die tijd rookte ik veel hasjiesj, maar ik verveelde
me dood. Een vriend gaf me wat heroïne. Hij was er zelf
helemaal weg van. Het lichaam wilde de heroïne eerst niet
hebben, want het is gif, dus ik heb zo’n beetje m’n darmen
uitgekotst. Maar ik voelde wel: dit is inderdaad waar ik
altijd naar gezocht heb. Een drug die effectief aan alle rotgevoelens
een einde maakt. Alsof ik verliefd was, zo voelde
ik me. Ik ben nou al twaalf jaar aan het gas en ook al
twaalf jaar bezig met afkicken. Af en toe een tijdje clean,
maar meestal bezig. Ik ben er nog steeds niet vanaf. Ik kan
het niet uit mijn kop zetten. Al ben ik een jaar clean, als
het me gigantisch tegenzit en ik ben in de stemming van
verrek allemaal maar, dan weet ik ineens weer hoe makkelijk
je, voor één keertje maar, aan het getob een einde kunt
maken. En dan zit ik er zó weer aan vast.”
Peter, heroïneverslaafde
Werking en gevaren
De eerste weken van de verslaving worden de honeymoon genoemd,
de wittebroodsweken. De gebruiker heeft aan een relatief kleine
hoeveelheid heroïne genoeg om zich goed te voelen. Maar al na
enkele weken treedt de gewenning op. Het lichaam heeft steeds
17
meer van de stof nodig om datzelfde prettige gevoel weer te ervaren.
En de gebruiker merkt dat als hij het niet gebruikt, het lichaam
gaat protesteren en hij zich ziek gaat voelen: de ogen gaan tranen,
de neus gaat lopen, hij gaat gapen, rillen, trillen, hij krijgt kippevel en
wordt van binnen warm en van buiten koud en andersom. Hij heeft
pijn aan spieren en botten. Vanwege de vaak heftige afkickverschijnselen
(de zogenaamde junkziekte) vervalt de verslaafde in het
onregelmatige ritme van hosselen (geld zoeken), scoren (dope
halen) en gebruiken. Hij is alleen nog maar bezig met het bestrijden
van de ontwenningsverschijnselen. Hij is hooked, hij zit ‘vast’ aan
het middel.
“Ik vond het allemaal geweldig en had naar mijn idee een
flitsend bestaan. De waarheid was dat ik bezig was een
gevoelloos persoon te worden. Ik leefde en handelde uit
onmacht. Ik was op zoek naar erkenning en warmte, iets
wat ik nergens vond.”
Erik, ex-heroïnegebruiker
De gevaren van heroïnegebruik zijn vele. De gevaren hebben te
maken met de stof zelf én met de wijze van toediening. Bij chronisch
gebruik kunnen verstopping van de darmen en een geremde
ademhaling optreden. Het gevaar is helemaal niet ondenkbeeldig dat
een verslaafde bij een overdosis stikt, al of niet in zijn eigen braaksel.
Ook kan bij overdosering plotselinge bewusteloosheid optreden.
Impotentie komt voor en bij vrouwen kan de menstruatie uitblijven.
Voortgaand heroïnegebruik eindigt onherroepelijk in heroïneverslaving.
De gebruiker staat stil in de persoonlijke groei, hij vervlakt
emotioneel en is lichamelijk en psychisch afhankelijk van de
stof. Het spuiten van heroïne direct in de bloedbaan (mainlining) is
riskant vanwege het gevaar van overdosering en vanwege het gevaar
van besmetting met het hepatitus- en HIV- virus (9). Een besmetting
kan plaatsvinden wanneer iemand de vuile spuit gebruikt van iemand
die zelf besmet is.
18
“Toen ik hoorde dat ik seropositief was dacht ik: dit kan
niet, het moet een vergissing zijn! Later begon het tot me
door te dringen, maar het enige wat ik vervolgens kon denken
was: je gaat dus dood. Zo heb ik de eerste maanden in
een hel geleefd. En ik moest er helemaal alleen doorheen.
Ik had niemand die me kon vertellen hoe je tegen doodgaan
aan kon kijken. Niemand die zei: als je al een kortere
levensverwachting hebt dan is het onzin om ook nog een
half jaar te verliezen met het denken aan de dood. Iedere
nieuwe dag behoor je tot de overlevenden. Het enige voordeel
van het virus is dat er een proces op gang komt waardoor
je je kunt gaan realiseren wat leven eigenlijk betekent.
Vergelijk het met gevangenisstraf: pas wanneer je vastzit
besef je hoe waardevol vrijheid is. Dat de essentie van vrijheid
niet zit in het maken van wereldreizen of het eindeloos
dope gebruiken, maar in de kleine dingen. Een lekker plekje
in de zon kunnen uitzoeken. Op een kruispunt kunnen kiezen
tussen links en rechts. Net zoiets leer ik nu ook van het
seropositief zijn. Het gaat niet om het denken aan de dood
van morgen maar om het besef dat je vandaag overleeft.”
Pieter, drager HIV-virus
Hoewel spuiten vanwege de gevaren van infectie en overdosering
lichamelijk gezien schadelijker kan zijn dan het roken van heroïne, is
ook dit laatste zeker niet gezond. Het inhaleren van de heroïnedampen
kan, zo blijkt uit onderzoek, bij de mens ernstige schade toebrengen
aan die delen van de hersenen die gebruikt worden bij het
zich voortbewegen.
“Drugs maken je kapot. Dat geloofde ik nooit. Maar je gaat
heel langzaam dood en dat merk je ook echt. Vroeg of laat
word je gek van het leven, pleeg je zelfmoord, neem je een
overdosis, of koop je giftige dope. Uiteindelijk ga je er allemaal
aan kapot. Om me heen zag ik veel vrienden dood-
19
gaan. Maar het deed me steeds minder. Je word zo hard
als steen. Je vind het wel erg, maar je denkt dat het met
jezelf nog wel gaat.”
Irene, ex-verslaafde
De sociale gevaren bij heroïnegebruik zijn ook enorm. Heroïne is
duur. Sommige verslaafden moeten stelen, roven, inbreken of zich
prostitueren om genoeg geld te vinden voor hun dagelijkse doses
chineesjes of shotjes, want al het geld gaat er aan op. Dat geld
wordt bespaard op eten, kleding en huur. Sociale contacten blijven
beperkt tot de scene: je bent een vriend als je kunt worden gebruikt
voor geld of dope. Het resultaat is lichamelijke en emotionele verwaarlozing
en verloedering. Om te kunnen overleven moet de junkie
liegen, bedriegen en bedreigen. Hij denkt nog maar aan één ding
en dat is zijn dope. Al deze verschijnselen samen worden het junkiesyndroom
genoemd.
“Je houdt het niet voor mogelijk hoe stom de mensen kunnen
zijn. Ik heb wel portefeuilles in mijn handen gehad,
daar zaten niet alleen een stuk of twintig cheques in, maar
ook het pasje en een briefje met de pincode. Netjes bij
mekaar. En dan heb ik het niet over het geld. Een enkele
keer ben je te laat bij de bank, dan is de rekening geblokkeerd,
maar soms kun je de hele rekening plunderen en
dan vervolgens alle cheques verzilveren. Het duurt trouwens
toch vaak een hele tijd voordat de mensen aangifte doen,
want meestal willen ze niet geloven dat ze beroofd zijn.
Lopen ze twee dagen naar hun spullen te zoeken. Je maakt
de gekste dingen mee. Je hebt mensen met een hele moeilijke
handtekening. Die handtekening krijg ik altijd wel
onder de knie. Beetje oefenen. Kom ik in een tankstation
bijvoorbeeld, zegt zo’n meisje: nou, da’s een knappe handtekening.
Zeg ik: ja, absoluut niet na te maken.”
Arie, drugsverslaafde en chequevervalser
20
Synthetische opiaten
Synthetische opiaten zijn stoffen die een opiumachtige werking hebben
maar die via een zuiver chemische weg worden bereid.
Methadon en palfium zijn daarvan de bekendste voorbeelden.
Methadon wordt ingezet om de heroïneverslaving te beteugelen.
Oorspronkelijk, in de jaren zestig in de VS, werd methadon ontwikkeld
met het oogmerk om de heroïneverslaving te beëindigen door
ze een vervangingsmiddel te geven. Methadon lijkt op heroïne, maar
heeft een aantal voordelen. Het kan door de mond worden ingenomen
en het werkt aanzienlijk langer dan heroïne. Het kan dus worden
verwerkt in een drankje en het hoeft maar eenmaal per dag te
worden ingenomen, hetgeen voor de hulpverlening gunstig is: de
verslaafde hoeft maar één keer per dag langs te komen en het innemen
van een methadondrankje kan makkelijk gecontroleerd worden.
Deze twee voordelen hebben ervoor gezorgd dat de verslaafde
ambulant kan worden ‘behandeld’ met methadon, dat de heroïne
moet vervangen. Het idee was mooi maar de praktijk leerde anders.
Methadon wordt meestal niet meer ingezet om de verslaving te
beëindigen maar wordt in de vorm van een onderhoudsdosis aan de
verslaafde gegeven zodat hij in ieder geval geen ontwenningsverschijnselen
zal krijgen. Methadon verzacht de pijn van het verslaafdenbestaan
en zorgt daarmee voor uitstel van de hulpvraag. Het
duurt vaak aanzienlijk langer voordat een verslaafde zich wil realiseren
dat hij hulp nodig heeft.
“D’r wordt een hoop onzin verteld over methadon. Op
methadon kun je normaal functioneren, zeggen ze. Dat is
hetzelfde als de alcoholist die zegt, ik drink een liter jajem
op een dag, maar ik functioneer normaal. Het is maar wat
je normaal noemt. Methadon is de grote goocheltruc van de
overheid en de GGD. De overheid zit met de handen in het
haar, de politie weet zich geen raad en de mensen roepen
om beleid, maar niemand weet hoe dat beleid eruit moet
zien. Toen werd methadon naar voren gebracht als dé
21
oplossing voor alle problemen. Voor de criminaliteit, wat dus
helemaal niet waar is, en voor de verslaafde, wat een pure
leugen is. Beter iets dat niet werkt, dan helemaal niets.
Methadon is gewoon een uiterst krachtige pijnstiller, te vergelijken
met morfine. Het is wel voorgekomen dat ik een
dag mijn methadon moest missen, nou, ik kan je verzekeren,
toen brak toch echt de hel los. ‘Meet’ is een smerig gif.
En dan die verplichte gang naar de methadonbus, dag in
dag uit. Zelfs al zou je ermee willen stoppen, je wordt elke
dag met je neus op je verslaving gedrukt. Ik heb een hele
tijd alleen methadon gebruikt, anders niets. In die tijd woonde
ik samen. Op een gegeven moment zegt m’n vriendin: ik
woon nu al twee jaar met je samen, maar ik weet eigenlijk
nog steeds niet met wie.”
Arie, drugsverslaafde
Wat voor heroïne geldt, geldt ook voor methadon. In elk opzicht.
Met deze aantekening, dat methadondrank geleidelijk in het bloed
wordt opgenomen en daarom niet zo’n heftig effect heeft als een
shot heroïne. Maar het blijft een opiaat en een heel gemene bovendien.
De onthoudingsverschijnselen van methadon zijn in het algemeen
ernstiger dan die van heroïne en houden bovendien veel langer
aan. Methadon is zeker geen noodzakelijk hulpmiddel. erschillende
klinieken in Nederland eisen van de verslaafde dat hij radicaal
met het gebruik van drugs stopt. De acute ontwenningsverschijnselen
van heroïneontgiftiging, bekend als cold turkey, vallen in de regel
mee en zijn vergelijkbaar met de symptomen van een flinke griep.
“Eerst bleef het alleen bij heroïne, daarna kwam cocaïne
erbij en uiteindelijk methadon. Dat laatste was helemaal
een ramp. Je denkt dat je een uitkomst hebt, maar door
methadon kom je nog dieper. Als ik terugkijk is het van
kwaad tot erger gegaan.”
Edwin, ex-verslaafde
22
Palfium
De laatste jaren is in Nederland geëxperimenteerd met de verstrekking
van palfium aan chronisch heroïneverslaafden met een gemiddelde
leeftijd van 43 jaar en een gemiddelde verslavingsduur van 21
jaar. Palfium is een krachtige pijnstiller - bijvoorbeeld tegen zeer
ernstige hoofdpijnen bij hersenvliesontsteking - die ooit werd ontwikkeld
als vervanger van morfine. Het is zeker zo verslavend als
morfine. Het maakt voor het effect niet uit of palfium wordt gespoten
of geslikt. Palfium is een opiaat en dus een stof met een verslavende
werking die bij het stoppen met gebruik onthoudingsverschijnselen
geeft. Palfium werkt minder intensief dan heroïne. Het
heeft een relatief korte werkingsduur (anderhalf uur tegen heroïne
circa vier uur). In de praktijk blijkt behandeling met palfium zeker
niet voor alle heroïnegebruikers een oplossing. In Frankrijk is geëxperimenteerd
met het middel Subutex, ook een vervangingsmiddel
voor heroïne. Het is een heel sterke ‘painkiller’ met een hoge dosis
buprenorphine als actief werkzaam bestanddeel.
Heroïneverstrekking
In 1998 ging een experiment van start om aan langdurig verslaafden
gratis heroïne te verstrekken. Het gaat om die verslaafden die ‘therapie-
resistent’ zijn, waaronder de ‘bedenkers’ van het experiment
verstaan personen die minimaal vijf jaar chronisch verslaafd zijn aan
heroïne en zonder succes eerder behandeld zijn in een methadonbehandeling.
Heroïne moet de hoofdverslaving zijn en de minimumleeftijd
waarop deelgenomen kan worden is 25 jaar. Het doel van
de verstrekking is medisch-wetenschappelijk. De verslaafde wordt
gezien als patiënt en heroïne als een geneesmiddel. Wat is nu het
medicamenteuze effect van heroïne op verslaafden? Heeft het een
positief effect op de gezondheid van de verslaafde (fysiek, psychisch
en/of sociaal) of niet? Die vragen moeten door het onderzoek
beantwoord worden. Een commissie, de Centrale Commissie
Behandeling Heroïneverslaafden (CCBH), kwam met een onderzoeksvoorstel
waarin sprake was van 750 proefpersonen, waarvan
23
er 650 gedurende een periode van een jaar gratis heroïne verstrekt
krijgen. Deze aantallen waren het absolute minimum wilde er sprake
kunnen zijn van wetenschappelijk verantwoorde resultaten. De
onderzoekers verwachten een positief effect op de gezondheid van
de verslaafde: een verbeterde voedingstoestand, minder infectieziekten,
minder spuitabcessen en andere huidziekten en psycho-Δsociale
verbeteringen. Bezwaren tegen de heroïneverstrekking gelden met
name het feit dat verslaving feitelijk doelbewust in stand wordt
gehouden. Bij het kwalificeren van bepaalde groepen verslaafden als
therapie-resistent en uitbehandeld, kunnen ook vraagtekens gezet
worden. Een Nederlands onderzoek stelde zelfs dat het voorschrijven
van heroïne zou kunnen leiden tot een toename van het
gebruik van cocaïne. Negentig procent van degenen die methadon
ontvangen, gebruiken ook heroïne en cocaïne. Met het voorschrijven
van heroïne, zou deze cocktail misschien nog wel populairder
worden.
Drugsverslaafde ouders
Een van de meest schrijnende probleemgebieden bij verslaving
betreft de problematiek van drugsverslaafde ouders met kinderen.
De gemiddelde leeftijd van verslaafden wordt hoger. Bij het ouder
worden ontstaat ook bij hen vaak het verlangen naar kinderen, niet
in de laatste plaats omdat zij denken dat het ouderschap hen zal
motiveren om af te kicken en clean te blijven.
Ik was 2I jaar en al vier jaar verslaafd aan heroïne. Toen de
dokter bevestigde dat ik in verwachting was, ben ik de stad in
gegaan. Overal zag ik kaarten met schattige babytjes erop. Zo’n
kaart schreef ik vol met beloften aan mezelf, aan m’n vriend en
aan ons kind. Alles zou veranderen.”
Susan, ex-verslaafde
Naast een bewuste keuze voor kinderen, komt ook ongewilde
zwangerschap voor. Heroïnegebruik en een slechte gezondheidstoe-
24
stand onderdrukken de ovulatie. De menstruatie blijft uit of is zeer
onregelmatig. De vrouw gaat er dan vervolgens vanuit geen voorbehoedmiddelen
nodig te hebben. Als er al voorbehoedmiddelen
gebruikt worden, is dat de ene keer wel en de andere keer niet. De
vrouw raakt dan onopzettelijk zwanger en besluit het kind te houden
als redmiddel om van de verslaving af te komen.
Methadon is de derde factor die een rol speelt bij de toename van
het aantal drugsverslaafde moeders met kinderen. Methadongebruik
regelt het verslaafdenbestaan. Er ontstaat dan bij deze verslaafden
de bedrieglijke indruk dat de psychische situatie stabiel is en ideaal
voor het opvoeden van een kind. Dat is ook een verklaring voor de
toename van het aantal verslaafde ouders met kinderen.
“Ik werd, zoals alle verslaafde vrouwen die zwanger zijn,
door het Consultatiebureau voor AIcohol en Drugs doorverwezen
naar een gynaecoloog. Die vertelde me dat ik niet
plotseling met methadon mocht stoppen omdat de ongeboren
baby dat niet aan zou kunnen. Ik was allang blij, want
op dat moment was ik nog geen dag clean geweest. M’n
vriend gebruikte gewoon door. Ik vond het steeds moeilijker
om niet met hem mee te doen. Ik was jaloers op hem
omdat hij niet met een kind in zijn buik zat en dus geen
schuldgevoelens hoefde te hebben over zijn gebruik. De eerste
keer dat ik toch weer een spuit in mijn arm zette, voelde
ik me verschrikkelijk slecht tegenover mijn kind en
tegenover mezelf. Om dat niet te voelen, wilde ik nog meer
gebruiken. Zolang ik onder invloed was kon ik mezelf
voorhouden: als het kind er eenmaal zou zijn, dan zou ik
de beste moeder van de wereld worden.”
Susan, ex-verslaafde
De kinderen worden geboren en zijn dan vaak verslaafd aan het
middel dat door de moeder wordt gebruikt: heroïne, methadon of
cocaïnebase. Na korte tijd krijgt de pasgeborene onthoudingsver-
25
schijnselen. Die verschijnselen zijn: verhoogde prikkelbaarheid, verhoogde
zuigbehoefte, slecht drinken, slecht slapen, veel huilen met
hoge stem, stuiptrekkingen en temperatuurverhoging. Om de ernstigste
ontwenningsverschijnselen tegen te gaan worden de kinderen
behandeld met luminal (fenobarbital). Dit medicijn wordt geleidelijk
afgebouwd. De baby’s vragen om veel troost en aandacht,
maar laten zich slecht vertroetelen, reageren overgeprikkeld op
aanrakingen en stoten met heel hun houding liefde en aandacht af.
Dit versterkt de schuldgevoelens van de moeders en maakt het eerste
contact erg moeilijk. Borstvoeding kan ervoor zorgen dat het
kind, indien de moeder nog steeds gebruikt, via de moedermelk
opiaten binnenkrijgt. Ook daarna zal de moeder professioneel
geholpen moeten worden.
“Na de bevalling brachten ze mijn dochter gelijk naar een
kinderafdeling. Ik liep zes keer per dag naar haar toe om
haar zelf te voeden. Het leek alsof ik droomde. Ik had
totaal geen behoefte meer aan methadon of drugs. Ik wilde
gewoon met haar naar huis. Mijn dochter kreeg het medicijn
luminal toegediend. Ze had afkickverschijnselen. Maar
dat zou ik goedmaken. Zes weken lang bleef ik in die roze
wolk. Toen ik met beide benen op de grond kwam te staan,
was er niets veranderd. Het enige verschil was dat we een
kind hadden. Ik ergerde me voortdurend aan mijn vriend.
Hij gebruikte nog steeds en bovendien was hij niet de man
en vader die ik me voorstelde bij mijn normale leven. AI
mijn goede voornemens en plannen gooide ik in de wind.
Liever samen gebruiken dan me zo ellendig te voelen.”
Susan, ex-verslaafde
Polydruggebruik
Het gecombineerde gebruik van heroïne, cocaïne, alcohol, methadon
en medicijnen in uiteenlopende variaties wordt polydruggebruik
26
genoemd. Alcohol speelt bij dit verschijnsel een bedenkelijke rol:
alcohol vormt met andere middelen soms levensgevaarlijke verbindingen.
Want hoewel het gebruik van te hoge doseringen heroïne
en medicijnen in zichzelf riskant is, is het juist de combinatie met
alcohol die gevaarlijke gevolgen kan hebben. Alcohol versterkt
namelijk de werking van medicijnen en opiaten en geeft dan totaal
onverwachte effecten. Dat kan leiden tot redeloos en gewelddadig
gedrag. Soms heeft polydruggebruik een dodelijke afloop. Er zijn
tegenwoordig nauwelijks nog pure heroïneverslaafden, in tegenstelling
tot de jaren zeventig. De meeste verslaafden zijn polydruggebruiker.
Opwekkende middelen
Mensen streven naar steeds hogere prestaties, of dat nu bij sport,
het zakenleven of in het uitgaanscircuit is. Het gebruik van opwekkende
middelen is daarbij voor sommigen een normale weg. Onder
deze middelen vallen stoffen die vermoeidheid verdrijven en/of de
prestaties van het menselijk lichaam en de menselijke geest verhogen.
Tot de opwekkende middelen rekenen wij speed, cocaïne,
crack, koffie en thee. Ook de nicotine in tabak is een opwekkende
stof.
Speed
Speed (of pep) zijn afkomstig uit het laboratorium. Pepmiddelen
worden in de geneeskunde ook wel wekaminen genoemd. Van de
wekaminenen zijn de amfetaminen de grootste groep. Speed heeft
recent weer aan populariteit gewonnen, met name in het uitgaanscircuit
onder jongeren (10). Door het gebruik van speed voelen ze
zich zeker en kunnen ze uren dansen. De grootste introvert wordt
door speed een held op de dansvloer. In de geneeskunde werd het
gebruik van speed - vanwege het opwekkende effect - met name
geschikt geacht voor de behandeling van patiënten met depressieve
klachten. In de praktijk vielen de resultaten echter tegen. Een
27
neveneffect van speedgebruik was de remming van de eetlust. Speed
kreeg vanwege deze bijwerking grote populariteit bij vrouwen die
zichzelf te dik vonden. Onder een andere naam is speed ook
bekend of beter berucht in een andere tak van onze maatschappij:
de sport. We gebruiken dan voor speed de benaming doping. De
grote onrust in de Tour de France van 1998 vanwege het massale
dopinggebruik, in dit geval met name EPO, ligt nog vers in het
geheugen. Dopinggebruik is niet zonder risico. Zo kreeg een aantal
jaren geleden Simpson, de Engelse wielrenner een acute hartstilstand
en viel hij dood van zijn fiets.
Effecten
Speed is qua uiterlijk een vuilwit poeder (11). Je kunt het slikken
(bijvoorbeeld in een capsule of een vloeitje) maar ook snuiven of
spuiten. Afhankelijk van de toedieningswijze is het effect van speedgebruik
heftiger. Een gebruiker die speed direct in de aderen injecteert,
krijgt een flash, zeg maar een korte, zeer heftige sensatie.
Speed zorgt bij de gebruiker voor verhoogde intellectuele en lichamelijke
vermogens: de gebruiker voelt zich zeer energiek, het concentratievermogen
en de creativiteit nemen toe en vermoeidheid
verdwijnt. Per keer wordt door een gebruiker ongeveer een kwart
gram ingenomen. Een gram speed kost ongeveer 25 à 50 gulden.
Iemand die speed gebruikt krijgt een droge mond waar geen drinken
tegenop kan. Sommige speedgebruikers knarsen met de tanden.
Honger verdwijnt. Een beetje goede speed, zorgt ervoor dat de
gebruiker tot zes uur lang er tegen aan kan.
Iemand die verslaafd raakt aan speed (met name psychisch, in mindere
mate lichamelijk), is niet te benijden. De verslaafde die het
gebruikt, wil zo veel mogelijk. Het resultaat is een persoon die ziekelijk,
gestoord gedrag vertoont. De zogenaamde speedfreak is rusteloos,
verward, angstig en hyperactief. Hij voert tot in het oneindige
dwangmatig en zinloze handelingen uit. De meeste freaks maken
onwillekeurige bewegingen, zoals kauwen op de tong. Nadat de
28
speed is uitgewerkt, voelt de gebruiker zich hopeloos moe en vaak
ook niet zo lekker. Het kan zelfs zo ver gaan dat de gebruiker zich
depressief of paranoïde voelt. Iemand die veel speed gebruikt, doet
een aanslag op zijn natuurlijke reserves. Wanneer dit te lang voortduurt,
kan speedgebruik leiden tot ondervoeding, groot gewichtsverlies,
ernstig tandbederf en zelfs dood door uitputting.
Hersenbeschadiging en ongeneeslijke longinfectie zijn niet denkbeeldig.
Zelfmoord als gevolg van wanen en angsten komt voor.
Afkicken van speed is een moeizaam gevecht. De chronische gebruiker
die besluit af te kicken, gaat een moeilijke tijd tegemoet. De
eerste dagen worden meestal in bed doorgebracht, slapend. Bij het
ontwaken komt echter de keiharde werkelijkheid in alle heftigheid
op hem af. Dat maakt hem somber en neerslachtig. Die stemming
kan erg lang aanhouden, soms wel enkele maanden.
“Speed is de grootste rotzooi die je je kunt voorstellen. Dat
kun je ook ruiken. Het stinkt naar chemische troep. Je weet
ook absoluut niet wat je in je handen krijgt. De dealer weet
het vaak zelf niet. Dat is ook niet belangrijk. Het moet hard
aankomen en niet te duur zijn. Niet duurder dan een geeltje
voor een gram. En niet versneden met rommel graag,
maar daar kun je op rekenen. De meeste junks moeten er
ook niks van hebben. Ze vinden het smerig. Ik ging als een
speer op de flash. Beetje heroïne erbij als dimmer. Je bent
niet meer te stoppen. En maar doorgaan. Waar je de energie
vandaan haalt? Daar kom je wel achter. Je kunt na een
paar dagen geen pap meer zeggen. En denk nou niet dat
er iets zinnigs uit je handen komt, dat je productief bent. Je
bent alleen maar bezig met imbeciele dingen. Priegelen op
de vierkante millimeter. De zenuwen krijg je ervan. En met
al dat idiote gedoe vind je jezelf nog te gek ook. De afkick
is afgrijselijk, doodsangsten heb ik uitgestaan. Je gaat er
meteen of langzaam maar zeker aan kapot.”
Rob, speedgebruiker
29
Cocaïne
Ook cocaïne (12) kan zich ‘verheugen’ in een toenemende populariteit.
Na jarenlang de drug voor de upperclass te zijn geweest, is
cocaïnegebruik gedemocratiseerd en vinden we het gebruik in
brede lagen van de bevolking. Voor drugsverslaafden is cocaïne de
meest gewenste drug, maar door het prijskaartje dat er aan vastzit,
ongeveer 125 gulden per gram, is cocaïnegebruik een luxe bezigheid.
Vervelende bijkomstigheid voor de gebruiker is, dat het
gebruik van cocaïne absoluut geen grenzen kent. Er is niet ergens
een moment waarop de gebruiker zegt: “Ik heb genoeg gehad.” De
gebruiker wil dezelfde kick beleven als de eerste keer met cocaïnegebruik
maar dat effect krijgt hij nooit meer. Cocaïne (ook wel
coke genoemd) wordt in de vorm van poeder aangeboden en heeft
een witte kleur. In Amerika wordt het daarom wel snow genoemd,
in Nederland ook wel wit. Coke kan gesnoven, gerookt of gespoten
worden. De werking is kort. Door sommigen wordt het poeder op
een vlakke, gladde ondergrond gelegd (spiegeltje), dan met een
mesje fijngemaakt en in lijntjes samengebracht om te kunnen worden
gesnoven door een dun buisje, soms een opgerold bankbiljet.
De laatste tijd wordt cocaïne ook gespoten of gebased. Cocaïne
wordt in water opgelost en vervolgens direct in de aderen geïnjecteerd.
Het spuiten of shotten van coke geeft een flash, dat wil zeggen:
een acuut optredend gevoel van welbehagen, een instant
geluksgevoel. Het effect is echter kortstondig. De gebruiker voelt
zich nog wel eventjes ontremd maar ook dat gevoel verdwijnt snel.
Na een minuut of twintig is er alleen nog maar het gemis over en
het enorme verlangen naar opnieuw het gebruik van cocaïne. Hij
heeft een wanhopig verlangen naar de cocaïneroes. Hij ervaart dat
hij gek wordt als hij geen cocaïne kan gebruiken. Die factoren zorgen
voor een sterke zucht (craving) naar hernieuwd gebruik.
Cocaïnegebruik heeft ook geen plafond. De gebruiker heeft nooit
genoeg. Als een gebruiker honderd gulden heeft om te spenderen
aan cocaïne zal hij dat doen, maar ook als hij 10.000 gulden heeft.
De onthoudingsverschijnselen zijn abrupt en uitputtend.
30
Base
Een andere manier om cocaïne te gebruiken is het zogenaamde
basen (spreek uit: besen). Bij deze methode wordt de cocaïne op
een lepel gemengd met water en maagzout (natriumbicarbonaat) of
ammoniak (13). Vervolgens wordt het mengsel verhit. Hierdoor
komt een wat olieachtige substantie aan de oppervlakte drijven: de
betrekkelijk zuivere cocaïne. De pasta, de base, wordt met een
mesje verzameld en wordt hard. Nadat het gedroogd is, kan het in
een pijpje of op een zilverpapiertje door een buisje opgerookt worden.
Dat gaat gepaard met wat knetterend geluid. Het effect op de
gebruiker is onmiddellijk. Een andere mogelijkheid is dat de droge
pasta in een soort waterpijp gerookt wordt, waarbij het reservoir
gevuld is met sterke drank, bijvoorbeeld Strohrum. De base wordt
aangestoken met een soort wattip, die van tevoren wordt gedrenkt
in alcohol of sterke drank. Op deze wijze krijgt de gebruiker niet
alleen de zuivere cocaïnerook binnen, maar ook de alcoholdamp.
Ook hier is het effect op de gebruiker onmiddellijk en heftig.
Cocaïne is niet zozeer lichamelijk verslavend maar des te meer
geestelijk. De schadelijkheid en het verslavingsgevaar hangen samen
met de manier waarop de coke gebruikt wordt.
“Als je hooked bent aan coke ben je de klos want je bent de
hele dag als een zieke hond bezig met het zoeken van geld
voor nog een shot en nog een. Je loopt de zolen onder je
schoenen weg. Je wordt zo gek als een looien deur. Ik heb het
meegemaakt dat we met z’n tweeën dagen achter mekaar
hele dozen met linnegoed uit een verpleeghuis wegsleepten
onder de ogen van het personeel. En die portier maar vriendelijk
knikken. De vierde of de vijfde dag zei ik tegen mijn maat,
we moeten stoppen want ze zijn daar niet achterlijk. Nee, zei
die, nog één keer. Zaten ze hem inderdaad op te wachten.
Heeft ie een vrijwilligster met een scherp stuk blik een paar
keer gestoken. Helemaal over de rooie.”
Ronnie, cokegebruiker
31
Crack
Bij crack gaat het in feite om de hierboven al beschreven cocaïnebase.
Base ontstaat door bewerking van de zoutzure cocaïne en kan
worden gerookt. De base die in de Verenigde Staten op straat
wordt aangeboden wordt op grote schaal door criminelen geproduceerd.
De naam crack komt vanwege het al genoemde knetterende
geluid bij het roken, de crackle. De prijs is heel laag en daardoor
voor veel (ook jonge) mensen makkelijk beschikbaar. Doordat
cokebasen, het roken van de crackdamp, enorm heftige en onmiddellijke
effecten oplevert, is het ook enorm verslavend.
“Ik weet niet waar ze het vandaan halen dat hier in
Nederland geen crack te krijgen is. Man, ik rook al jaren
crack en je kunt het tegenwoordig ook gewoon op straat
kopen. Voor een joetje (tien gulden) heb je al een balletje
voor een base. Want zo noemen we dat hier. Bees. Ik koop
de coke bij m’n dealer en dan als een idioot in de taxi naar
huis. Dan weet ik niet hoe vlug ik alles bij elkaar moet zetten.
Mijn basepijp, spiegeltje, lepeltje, de hele reutemeteut.
Asbak, sigaretje voor de as in de pijp. De eerste base, die is
lekkerder dan alles wat ik ken. Dan wil ik nog een base en
nog een. De hele dag ben ik er mee bezig. Man, wat voel
ik me rot als ik geen base meer heb. Zit ik uren met mijn
pijpje te emmeren om de olie eruit te krabben. Om toch te
kunnen roken. Waardeloos. Durf ik me amper te bewegen.
Denk ik dat er mensen achter de gordijnen staan.
Hartstikke para word je er van en paniekerig. Maar de kick
die je er van krijgt, die vergeet je gewoon niet. Die is
gewoon te gek.”
Maaike, cokegebruikster
Crackgebruik door de moeder is heel erg schadelijk voor het ongeboren
kind. Het gebruik tijdens de zwangerschap kan leiden tot miskramen,
verlammingen, misvormingen en meer of minder ernstige
32
ontwikkelingsstoornissen, zoals gebrekkige ontwikkeling van de
geslachtsorganen en het hart. De crackbabies zijn psychisch minder
stabiel en hebben een verzwakte afweer. Het sterftecijfer onder hen
ligt zeer hoog.
Gevolgen
Langdurig cocaïne- en crackgebruik kan leiden tot hersenbeschadiging.
Ook veroorzaakt het roken van crackdampen schade aan de
longen. In de basepijp blijven kleine klontjes teer achter die vol zitten
met giftige stoffen. Die rommel komt ook in de longen. Op den
duur worden de longen ondoorlaatbaar, zodat de gebruiker last
krijgt van kortademigheid. Hij wordt vatbaar voor allerlei longaandoeningen.
Het hart krijgt óók de ene klap na de andere. Na elke
base trekken de bloedvaten zich samen en omdat de bloeddruk en
de hartslag stijgt, kan het hart het begeven. Het snuiven van cocaïne
kan het neustussenschot aantasten, tot en met perforatie ervan toe.
Aantallen
Qua aantallen laten de in dit hoofdstuk genoemde middelen het volgende
beeld zien: onder jongeren valt niet alleen in Nederland maar
ook in de meeste andere West-Europese en een aantal Oost-
Europese landen het stijgend cannabisgebruik op. De schatting van
het Trimbos Instituut in Utrecht is dat er ongeveer 675.000 incidentele
tot regelmatige gebruikers van cannabis (softdrugs) zijn. Dat
komt neer op ongeveer vijf procent van de bevolking. Kijken we
naar de jongeren, dan is duidelijk sprake van een normalisering van
cannabisgebruik. In een onderzoek van TNO worden de jaren 1990
en 1995 vergeleken. Dan blijkt er sprake van ruim een verdubbeling
van het aantal scholieren dat wel eens cannabis heeft gebruikt (van
respectievelijk zeven procent naar zeventien procent) en zelfs van
ruim een verviervoudiging van het aantal scholieren dat nog steeds
regelmatig gebruikt (van respectievelijk twee naar negen procent).
In 1996 kwam de GGD Groningen met een onderzoek onder scholieren
in Groningen (maar representatief voor Nederland) waaruit
33
blijkt dat het cannabisgebruik sinds 1992 verdubbeld is: dertig procent
van de leerlingen in het voortgezet onderwijs had één of meer
keren marihuana of hasjiesj gebruikt. Twintig procent van de leerlingen
in het voortgezet onderwijs beschouwt zichzelf als regelmatige
cannabisgebruiker. Onder 13-jarige cannabisgebruikers verviervoudigde
het onder jongens en vervijfvoudigde het onder meisjes. In
1997 kwam het Trimbos Instituut met nieuwe cijfers. Ook daaruit
blijkt een sterke vermeerdering van het cannabisgebruik onder jongeren.
Gebruikte in 1984 ‘slechts’ vijf procent van de scholieren van
12 jaar en ouder marihuana of hasjiesj, in 1996 is dit aantal gestegen
tot ruim twintig procent: een verviervoudiging.
Opvallend is de toename van het aantal meisjes dat cannabis
gebruikt. Naar verhouding is die groter dan de toename bij jongens.
Bij de meisjes is sprake van een verdubbeling in gebruik ten opzichte
van 1992. In absolute aantallen zijn het echter nog steeds meer
jongens dan meisjes die regelmatig (de afgelopen vier weken) hasjiesj
en marihuana gebruiken.
In vergelijking met Finland, Noorwegen, Denemarken en Portugal,
gebruiken Nederlandse scholieren veel vaker cannabis. Alleen in
Groot-Brittannië is het gebruik hoger. Leerlingen in het Voortgezet
Speciaal Onderwijs (VSO) en deelnemers aan spijbelopvangprojecten
vormen een duidelijke risicogroep voor druggebruik, drinken,
roken en gokken. Uit een landelijk onderzoek in 1997 onder 1600
leerlingen uit het VSO (14) en 320 deelnemers aan spijbelprojecten
(15) blijkt het voorkomen van druggebruik bij deelnemers aan de
spijbelprojecten twee keer zo hoog te zijn als bij andere schooltypen.
Zo ligt het cannabisgebruik bij leerlingen uit het VSO op vijftien
procent voor jongens en negen procent voor meisjes. Bij de
deelnemers aan de spijbelopvangprojecten is dat respectievelijk 39
procent en 29 procent. Zij gebruiken ook veel vaker XTC: vijftien
procent tegenover vier procent van de VSO-leerlingen en twee
procent van de leerlingen in het regulier onderwijs.
Wat betreft harddrugs: de schattingen houden het op 25.000 tot
27.000 heroïneverslaafden (1,6 promille van de bevolking). Over het
34
aantal cocaïnegebruikers c.q. -verslaafden in Nederland zijn onvoldoende
gegevens beschikbaar. Hetzelfde geldt voor het aantal xtcgebruikers
(-verslaafden), al kan gerust gesteld worden dat dit aantal
gebruikers hoog is. Cannabisgebruik onder scholieren van twaalf
jaar en ouder in 1996 was wat betreft life time gebruik 20,9 procent
en voor recent gebruik (laatste vier weken) 10,7 procent; voor amfetamine
was dat respectievelijk 5,1 procent en 1,8 procent, voor
cocaïne 2,9 procent en 1,1 procent en voor heroïne 1,1 procent en
0,5 procent.
35
Noten
(1) Naast hasjiesj en marihuana is ook hasjolie een cannabispro
duct. Het is een aftreksel van hasjiesj en ziet er uit als
appelstroop. Het is geconcentreerd en neemt minder plaats in
dan hasjiesj. Om die reden was het populair bij smokkelaars
(2) Het THC-gehalte van cannabis is afhankelijk van het gebied
waar het verbouwd wordt. Wanneer cannabis in een warm klimaat
en op grote hoogte wordt verbouwd (bijvoorbeeld in
Nepal, de Libanon of in Turkije) kan cannabis een hoog THCgehalte
hebben. Maar ook in Nederland is er sprake van een
stijging van de kwaliteit en de opbrengst van Nederwiet. Dat
heeft alles te maken met de vaak professionele teeltmethoden
(klimaatbeheersing, veredelen, kruisen en klonen van vrouwelijke
planten) waarvan gebruik gemaakt wordt. Het THC-gehalte
van Nederwiet varieert van 1,5 procent tot drie procent
met uitschieters tot maar liefst 27 procent. Volgens het
Gerechtelijk Laboratorium was er in 1997 sprake van een
gemiddeld THC-gehalte van 8,5 procent in Nederlandse cannabis
en zes procent in geïmporteerde hennep. Sommige varianten
van Nederwiet (‘Skunk’) kunnen hoge concentraties THC
bevatten. Wanneer iemand cannabis met een hoog THC-gehalte
gebruikt, kan dat leiden tot overdosering en tot paniekaanvallen
bij de gebruikers. Hasj-olie kan een zeer hoog gehalte
aan THC bevatten, wel tot negentig procent! Het kan gebruikt
worden om het THC-gehalte van de andere producten te verhogen.
(3) Bij eten van cannabisproducten gaat het anders. Dan kan het
wel een uur duren voordat de werking begint. Het risico daarbij
is dat de gebruiker onvoldoende in de gaten kan hebben
wanneer hij genoeg heeft en vervolgens gevolgen kan ervaren
die zeer onaangenaam en hevig zijn.
(4) De gevoelens die iemand ervaart na cannabisgebruik lijken -
naast onder andere omgevingsfactoren - voor een deel ook
met erfelijkheid samen te hangen. Uit onderzoek blijkt dat
36
identieke mannelijke tweelingen meer dan niet-identieke mannelijke
tweelingen dezelfde gevoelens toeschreven aan marihuana-
gebruik. Dit wijst op een genetische basis voor hun gevoelens.
(5) Chronisch cannabisgebruik kan leiden tot het zogenaamde
a_motivationeel syndroom. A-motivationeel wil zeggen ongemotiveerd
zijn, geen zin hebben. Dit syndroom gaat gepaard
met onverschilligheid en vermindering van de intellectuele
prestaties. Het korte-termijn-geheugen en het concentratievermogen
worden aangetast. Vergeetachtigheid en een verward
geheugen komen dan ook vaak voor. De perceptie is verstoord,
het denken wordt bemoeilijkt en het probleemoplossend
vermogen ondergraven. Er wordt door die jongeren
regelmatig gespijbeld en de schoolresultaten zijn vaak ook
beneden peil.
(6) “Heroïne, het is mijn vrouw en het is mijn leven, want een
spuit in mijn ader leidt naar een centrum in mijn hoofd. En dan
ben ik beter af en dood...”
(7) In de oudheid werd opium gebruikt, bij voorbeeld bij groepsgewijze
godsdienstige oefeningen of als geneesmiddel. Later
werd het vooral gebruikt om zijn roesverwekkende en verdovende
uitwerking.
(8) Zijn grootste verspreiding als genotmiddel kreeg opium dankzij
de inspanningen van de koloniale machten Engeland en
Nederland in de 18e en 19e eeuw. China en Nederlands-Indië
vormden enorme afzetgebieden voor de papaver die onder
andere in Bengalen (Brits-Indië) werd gekweekt. Toen de
Chinezen in de vorige eeuw beperkingen wilden opleggen aan
de invoer van opium, braken de Engelsen gewapenderhand de
blokkade open in twee achtereenvolgende opiumoorlogen die
veel leed veroorzaakten. De Engelse regering werd daarmee
de grootste drugsdealer uit de wereldgeschiedenis, want miljoenen
Chinezen raakten zo aan de opium verslaafd. In Europa
werd opium, vooral in de vorige eeuw, vaak gebruikt om aller-
37
lei kwaaltjes te bestrijden. Het was doelmatig, goedkoop en
vrij verkrijgbaar. Dat gold zeker niet voor de gebruikelijke zalfjes
en poeders van die tijd. Door de enorme verbeteringen op
het gebied van de geneesmiddelen en door ingrijpen van de
overheid werd opium als geneesmiddel langzaam van de markt
gedrongen.
(9) De infectie met het HIV-virus onder drugsverslaafden is de
afgelopen jaren afgenomen, mede doordat de verslaafden hun
riskante gebruikersgewoonten hebben verminderd. Dit kan
echter niet gezegd worden van de infectie met het hepatitis Cvirus.
Dit heeft te maken met het feit dat het hepatitis C-virus
veel efficiënter via bloed wordt doorgegeven dan het HIVvirus.
Bij druggebruikers geldt bovendien het gevaar van het
zogenaamde ‘indirect delen’ van spuitattributen, zoals lepels en
doekjes, of door het steken van de naald van een spuit in de
naald van een andere (gebruikte) naald om drugs te verdelen.
De lange termijn gevolgen van infectie met hepatitis C zijn ernstig.
In 80 tot 85 procent van de gevallen van infectie, leidt het
tot chronische hepatitis dat weer kan leiden tot levercirrhose
en - soms - tot kanker. Dit proces wordt bij druggebruikers
versneld door andere risicofactoren als hepatitis B en HIV
maar ook door bijvoorbeeld alcoholgebruik.
(10) Nederland was (en is feitelijk nog altijd) een belangrijk producent
van illegale amfetaminen. In de jaren zestig vormde
Scandinavië, met name Zweden, een belangrijk afzetgebied
voor de illegale maar zeer winstgevende Nederlandse productie
van speed. De smokkelwaar werd met behulp van vliegtuigjes
in grote hoeveelheden letterlijk op de Zweedse markt
gedropt.
(11) Speed is er in verschillende variëteiten. Vroeger werd speed
verkocht als zuivere kristalperf, bij voorbeeld als men pervitine
bedoelde, of als amf (amfetamine), bennies (benzedrine) en dex
(dexedrine). Tegenwoordig lijkt er geen onderscheid meer te
worden gemaakt tussen de verschillende soorten.
38
(12) De cocaplant (Erythroxylon coca) wordt al 5000 jaar gekweekt
in het Andesgebergte van Zuid-Amerika. Het was de heilige
plant van de Inca’s. De bladeren werden door de Inca-priesters
en edelen gekauwd vanwege het stimulerende effect. Toen de
Europeanen op het toneel verschenen, werd met de beschaving
van de Inca’s korte metten gemaakt en ontstond een uitgebuite
klasse van arme boeren die massaal overging op het
kauwen van coca, omdat het de zorgen en de honger verdreef.
Coca bleek een hoge voedingswaarde te hebben. In de medische
praktijk wordt cocaïne toegepast als plaatselijk verdovingsmiddel
bij kleine chirurgische ingrepen. Tegenwoordig zijn
er talloze synthetische verdovingsmiddelen (onder andere
xylocaïne) die bijvoorbeeld in de tandheelkunde gebruikt worden
in plaats van cocaïne.
(13) Het gebruik van ammoniak als base in slecht geventileerde
ruimten is de oorzaak van veel longklachten bij gebruikers.
Ammoniakresten blijven namelijk makkelijk in de lucht hangen.
(14) Het gaat hier om scholen voor moeilijk lerende kinderen
(MLK), scholen voor kinderen met leer- en opvoedingsproblemen
(LOM) en scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen


Volgens mij is drugs erg slecht voor het mensenlijk welzijn...