Partyflock
 

3 opmerkingen

vette foto!!!:p
laatste aanpassing
 
die rechter is mijn lekkerding :D
Dat glaasje? :D... da glaasje ziet er wel lekker uit ja, met water ik hou echt van water ik zal een leuk verhaaltje erover vertellen :)... Water kan in drie hoofdfasen of aggregatietoestanden bestaan: ijs, water en waterdamp. Ofwel: vaste stof, vloeistof en gas. De temperatuurschaal van Celsius is gebaseerd op de overgang tussen deze toestanden: ijs smelt (wordt vloeibaar) bij 0°C en water verdampt (wordt gasvormig) bij 100°C. Het kook- en smeltpunt is echter afhankelijk van de druk: het kookpunt ligt lager bij lagere druk en het smeltpunt ligt lager bij hogere druk. Het eerste betekent dat de aardappelen niet gaar worden als je ze op de top van de Mount Everest kookt, het tweede dat bij het schaatsen een laagje water tussen de ijzers en het ijs ontstaat zonder welk het schaatsen een stuk minder snel zou gaan. De vaste toestand van water kent trouwens tenminste elf verschillende ijsfasen, elk met hun eigen kristalstructuur en optredend bij verschillende drukken en temperaturen. Het fasediagram van water is buitengewoon ingewikkeld.

Er is ook een toestand waarbij ijs, vloeibaar water en waterdamp tegelijk voorkomen. Dit heet het tripelpunt van water en treedt op bij een bepaalde druk en temperatuur (0,01°C).

Bij normale atmosferische druk kunnen ook "oververhit water", en "onderkoeld water" voorkomen. Dat is water dat respectievelijk warmer dan 100°C of kouder dan 0°C is, maar nog steeds in de vloeistoffase is.


Watermolecuul H2O
water heeft zowel waterstofbruggen (zwart streepje) als atoombindingen (rood streepje)Het watermolecuul is een dipool: omdat de waterstofatomen niet symmetrisch liggen ten opzichte van het zuurstofatoom is één kant van het watermolecule elektrisch geladen ten opzichte van de andere kant. In overeenkomst met de octetregel heeft het zuurstofatoom in water zijn elektronen als volgt verdeeld: twee keer twee elektronen voor de binding met de twee waterstofatomen, en twee keer twee vrije elektronenparen. Door de polariteit van het watermolecuul, trekken deze moleculen elkaar dus sterk aan, wat het ten opzichte van andere stoffen lage smeltpunt, hoge kookpunt en de hoge smeltwarmte en verdampingswarmte verklaart. De polariteit van water verklaart ook waarom zouten (ionen) en polaire stoffen (zoals suiker) zo goed in water oplossen.

Water heeft zijn grootste dichtheid (999,972 kg/m³) bij een temperatuur van circa 3,984°C boven het smeltpunt en standaard atmosferische druk. Hierdoor is de vaste stof minder dicht dan de vloeistof. Als dit niet zo was zou ijs naar de bodem zinken en zouden daardoor alle oceanen tot op de bodem bevroren zijn.

Watermoleculen kunnen opsplitsen in (zure) H+-ionen en (basische) OH--ionen. Deze reactie wordt autoprotolyse genoemd. In zuiver water bij een temperatuur van 298 K zijn de activiteiten van beide ionen 10-7 molair. De zuurgraad van het water is dan pH=7.